EHS, vervolg

robuuste verbindingszone onderdeel van het Nederlandse ecologenbeleid. De eilandtheorie van Mc Arthur &Wilson is uitgangspunt van deze aanname en in onze vorige aflevering hebben wij gewezen op recent gedegen onderzoek. Dit maakt gehakt van de aanname dat verbinden van gebiedjes de soortenrijkdom vermeerdert.   In dit artikel kort iets over natuurbouw Herinrichten: weer een verkeerde aanname                                                   Naast verbinden, vergroten, kent Nederland in het natuurbeleid het fenomeen herinrichten van bestaande cultuurgronden (en bossen) d.m.v. natuurontwikkeling. De achtergrond gedachte is dat Nederland verdroogd is. Dat Nederland verdroogd is, is inderdaad een groot probleem. Men tracht dit te verhelpen door de waterpeilen te verhogen en sloten te dichten. Naaldbossen worden geacht schuldig te zijn aan deze verdroging; die moeten mede daarom weg. Als cultuurgronden worden vernat kunnen deze worden verschraald, maar fosfaatrijke gronden brengen dan eerder pitrus voort dan gewenste heide, aldus de ecologen. Ontgronding van de toplaag – dus weghalen van de vruchtbare laag- zou een snellere en effectiever manier zijn voor ontstaan van soortenarme habitats, dit volgens de natuurorganisaties. Ontgronding is een ingrijpende maatregel en zeer discutabel. Alles aan leven wordt met grote machines uit de bodem en wat er op groeit weggehaald. De bestaande biodiversiteit is dus totaal weg: de bacteriën, schimmels, wurmen, muizen, struiken, bomen, zeldzame soorten, habitats,  kortom, alle leven. Het staat op zeer gespannen voet met de uitgangspunten van de Vogel- en Habitatrichtlijn: het is zelfs strijdig ermee. Monitoring ontbreekt                                                                        Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en de provinciale landschappen houden nauwelijks in de gaten of bij de ontgronding van landbouwpercelen ten behoeve van natuur de vooraf gestelde doelstellingen wel worden bereikt. Dat concludeerden onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) in een studie in opdracht van het Prins Bernhard Cultuurfonds. Ze onderzochten in 2009 de effecten van ontgrondingen die sinds 1986 in Nederland plaatsvonden. In de praktijk bleek de maatregel echter wisselende resultaten op te leveren. Soms levert de afgraving in de pioniersfase een zeer bijzondere plantengroei op en soms valt het tegen. Over de fauna is minder bekend. Uit een inventarisatie van de RUG- onderzoekers blijkt dat in zeker 275 gebieden in Nederland is gekozen voor ontgronding. In 150 gebieden betrof het zandgrond. Op 51 locaties werd geïnventariseerd wat de natuureffecten zijn. Bij één op de acht onderzochte reservaten bleek geen van de gewenste soorten zich te hebben gevestigd. Dit na twintig jaar ontgronden. Niettemin is het ontgrondingen virus met dezelfde vaart voortgegaan. Dit is ook te zien in recent ontgronde gebieden als het Noordenveld, Dwingelderveld. Dit ten koste van een lanenstelsel met zomereiken dat ecologische functionaliteit bood aan een groot aantal zwaar beschermde vleermuissoorten. Ook hun fourageer-en paarplaatsen zijn daarbij vernietigd. De vele daar aanwezige (vogel)soorten lieten de natuurontwikkelaars ook koud. Eerder idem in de Davidsplassen, en Achterlandseveen., en bossen die habitat waren van Zwarte Specht. Er is  nog steeds geen enkele externe instantie die monitoring pleegt dan wel controleert. EHS zelfde als de Vogel-en Habitatrichtlijn?                                        Nederland trachtte vergeefs het EHS beleid  in Europa te introduceren bij de onderhandelingen over de richtlijnen. De deelnemende landen aan De Vogelrichtlijn ( 1981) en Habitatrichtlijn (1994) echter hebben als uitgangspunt behoud van bestaande soorten en habitats gekozen, zonder onderscheid tussen natuur en cultuurgrond, en hadden tot doel, om achteruitgang biodiversiteit te voorkomen. Dit op basis van stringente wetgeving en externe controle. Er zijn uitvoeringsregels en internationale criteria. Nederland werd talloze keren veroordeeld door het Hof omdat de richtlijnen niet werden uitgevoerd. In 2005 voor het laatst. Helaas heeft de Commissie toen geen maatregelen getroffen, ondanks Nederlands veroordeling door het Hof. Referentiewaarden: 2004 en niet 1950                                                                De soorten en habitats van de respectieve Natura 2000 gebieden zijn opgegeven en aangewezen door Europa op het Standaard Data Formulier in 2004.  Dit formulier is uitgangspunt voor de instandhoudingsdoelstellingen. DAAR en daar alleen zijn de referentiewaarden te vinden, namelijk die in 2004. Onhaalbaar, onbetaalbaar en vals spelen                                              Voorzienbaar was dat  wensnatuur niet haalbaar is. Onder referentie aan schattingen rond 1950 in plaats van de werkelijke referentie 2004 kom je goed weg. Nu blijkt dat meer land nodig is om die wensnatuur “te verwezenlijken”, zie het rapport : https://www.wageningenur.nl/nl/Onderzoek-Resultaten/Projecten-EZ/Nieuws/Show/Referentiewaarden-voor-oppervlakte-en-verspreidingsgebied-van-Natura-2000habitattypen-in-Nederland-vastgesteld-.htm “Om de trend in oppervlakte te beoordelen, zijn schattingen gemaakt van historische oppervlakten van habitattypen rond 1950 voor heide-, stuifzand-, hoogveen- en graslandtypen. Voor het verspreidingsgebied zijn trend en eventueel herstel van de historisch aanwezige geografische diversiteit en verbindingen belangrijk. Het overzicht laat zien dat bijna 25% van de habitattypen meer verspreidingsgebied nodig heeft voor een gunstige staat van instandhouding. Verder heeft ruim 20% van de habitattypen zowel meer oppervlakte als verspreidingsgebied nodig. Hierbij gaat het onder andere om de habitattypen Beken en rivieren met waterplanten, Stroomdalgraslanden, en Actieve hoogvenen” Standaard Data Formulier SDF: uitgangspunt instandhoudingsdoelstellingen                                                                                   De richtlijnen eisen rechtszekerheid, wettelijke criteria en afdwingbaarheid van de instandhoudingsdoelstellingen. De Hr en VR verplichtingen voor de 166 Natura 2000 gebieden, vastgesteld in het Standaard Data Formulier in 2004, zijn in Nederland veranderd in “natuurdoelen”. Deze landelijke, vaak natte en schrale doelen kwamen bovenop en in plaats van het SDF bij aanwijzing in Nederland vanaf 2006, terwijl het SDF uitgangspunt voor de instandhoudingsdoelstellingen van de 166 gebieden moet zijn. Zie hierover uitgebreid de site van Stichting Iquatro http://www.iquatro.org/downloads/ Omdat Nederland nooit de Natura 2000 verplichtingen wilde uitvoeren, zijn -officieel na 2004- deze landelijke doelen van de EHS bij de implementatie toegevoegd en erger nog, is er voorrang verleend aan de voortgang van de EHS. Natuurbouw loont                                                                                                             Het is triest, maar waar. De Life loketten subsidiëren deze vorm van natuurgeweld die ten onrechte herstel pretendeert te bewerkstelligen. Natuur is evenwel niet maakbaar. Zelfs niet met subsidie.  Een volgende keer iets over het beheer van de EHS natuur, die zelfsturend is. Minder beheerders, slechts het scheppen van randvoorwaarden zou nodig zijn. Werkt dat nu?  ]]>